Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij hebt Mij niet [38]uitverkoren, maar Ik heb u [39]uitverkoren, en Ik heb u [40]gesteld, dat gij zoudt [41]heengaan en vrucht dragen, en [dat] uw vrucht blijve; opdat, zo [42]wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u [dat] geve. 38. Namelijk eerst om uw Heere en Zaligmaker te zijn. 39. Namelijk uit de wereld om mijne vrienden te zijn en u zalig te maken, vs.19. 40. Dat is, daartoe geroepen. 41. Namelijk door de ganse wereld, om met leren en goede voorbeelden de mensen te bekeren. 42. Namelijk nodig en dienstig tot voortbrenging dezer vruchten.